6 | Ze worden alleen maar harder

De jeugdbende uit de Bijlmer

De jongens

 

Als de politieauto naar de flat toe rijdt, kijken zeven paar ogen vanaf de bovenste verdieping toe. Het zijn allemaal jongens uit de K-buurt in de Bijlmer, een wijk in Amsterdam-Zuidoost. In de buurt wonen veel gezinnen met kinderen, uit alle delen van de wereld. De jongens kennen elkaar al heel lang. Ze gaan samen naar school of zijn buurjongens. Samen hebben ze al heel wat dingen uitgehaald.

De jongens hangen over de reling van de flat Kikkenstein als ze beneden de agenten zien uitstappen. Vanaf zo hoog lijken het bijna geen echte mensen. Ze zien de agenten naar een oude man lopen, die op de grond ligt. Hij is mishandeld en heeft hulp nodig. De jongens kijken toe. 

De politie is niet geliefd bij de jongens, ook al zijn ze nog jong. De oudste is al 16, maar de rest is pas 14 of 15 jaar oud. Toch zijn sommige jongens al een paar keer opgepakt. Dus de politie moeten ze niet. Vaak fluiten de jongens vanaf de hogere verdiepingen van de flats naar elkaar als de politie er aan komt. Zo waarschuwen ze: pas op!

Maar dit keer is het de politie die moet oppassen. Langzaam komt de groep jongens in beweging. Ze nemen de lift naar beneden en lopen naar de hoek van de flat. Daar ligt al een paar dagen een berg afval. Uit het vuilnis pakken ze een zware houten balk. De agenten hebben niets in de gaten. De jongens nemen de lift naar de hoogste verdieping en lopen over de galerij. Tot ze precies recht boven de agenten staan. Dan gooien ze de balk over de reling naar beneden. 

Hoofdstuk_6_Bijlmer.jpg

De agenten zijn op dat moment druk bezig de gewonde oude man gerust te stellen en te verzorgen. Maar steeds sneller suist de houten balk vanaf de hoogste verdieping naar de beneden. De agenten zien niets aankomen. Als door een wonder draait de vrouwelijke agente haar hoofd net op tijd weg. Daardoor raakt de balk haar niet vol op haar hoofd, maar op haar wang. Ze raakt gewond, maar heeft heel veel geluk gehad. Het had maar een paar centimeter gescheeld of ze had niet meer geleefd.

De politie en het Openbaar Ministerie schrikken van de balk die op de agenten wordt gegooid. Het is het zoveelste teken dat het niet goed gaat met de jongens uit de Kikkenstein-flat. Bij het Openbaar Ministerie is er een officier van justitie die zich zoveel zorgen maakt dat ze een speciaal onderzoek is gestart naar de jongens. Petra heet ze. Petra wil weten: wat is er toch met ze aan de hand?

De flat

De Kikkenstein-flat is een flat van twaalf verdiepingen in de Bijlmer. In de buurt staan nog meer flats. Alle namen van de flats beginnen met een K. Zo zijn er Kruithof en Kraaiennest. Daarom heet de buurt ook wel de K-buurt. De K-buurt ligt in Amsterdam-Zuidoost. In en vlakbij de flat woont een groep jongens die veel met elkaar omgaan. Ze kennen elkaar uit de buurt, van school en van de voetbalpleintjes. Ze zijn nog niet zo oud, 14 of 15 jaar. Op straat hebben ze toch al een reputatie: sommige buurtbewoners zijn bang voor ze.

De jongens

Veel van de jongens zijn liever op straat dan thuis. Ze komen veelal uit eenoudergezinnen, vanwege scheidingen of omdat één ouder is overleden. Dat hoeft helemaal niet erg te zijn natuurlijk, maar bij de families van deze jongens spelen meer problemen. Hun ouders hebben schulden of zijn bijna nooit thuis. Er is vaak weinig geld. Sommige ouders kunnen hun zoon eigenlijk niet opvoeden. Zij willen eigenlijk niet weten wat hun zoon allemaal op straat uitspookt. Ze kijken weg, zelfs als hun zoon met dure spullen thuiskomt.

 
De jongens hangen veel op straat of op de galerijen van de flats. Daar houden ze de hele buurt in de gaten. Ze waarschuwen elkaar als er politie komt, maar ook als een buurvrouw boodschappen gaat doen. De buurtbewoners vinden dat geen fijn gevoel.

De jongens zien alles. Kort nadat mensen thuis weggaan, wordt er ingebroken in hun huis. Andere mensen zijn thuis overvallen of op straat beroofd. De mensen in de buurt denken: zijn het misschien de jongens die dat doen?

Illegaal

Wat het extra erg maakt, is dat in de Kikkensteinflat veel mensen wonen die illegaal in Nederland zijn. Zij wonen soms al heel lang in Nederland, maar hebben geen verblijfsvergunning. Dat betekent dat ze heel kwetsbaar zijn: ze kunnen niet naar de politie als hen iets overkomt. De mensen zijn bang dat de politie hen misschien wel zou terugsturen naar het land waar ze vandaan komen. Illegale mensen, ‘Illegalen’ zijn vaak het doelwit van criminelen. Lekker makkelijk. Soms denkt de politie wel dat er iets is gebeurd, maar als ze dan langsgaan om het te vragen, dan schudden de mensen hun hoofd. Het is duidelijk: er gebeurt van alles in de buurt, maar de politie krijgt heel veel niet te zien. 

Oude man

Als een 84-jarige man op een middag zijn huisje in de flat binnenloopt, schrikt hij zich rot. Er staan drie jongens in zijn huis. Ze zijn binnengeslopen, waarschijnlijk met de sleutels die hij twee dagen daarvoor in zijn voordeur was vergeten. De man vergeet de laatste tijd heel veel. Hij is dement. De oude man krijgt een duw en wordt met een ijzeren pan zo hard op zijn achterhoofd geslagen dat hij een bloedende hoofdwond oploopt. De jongens vluchten met een laptop, fotocamera, dvd-speler, zaklamp en een boormachine. 

Het onderzoek

De gewelddadige overval op de weerloze bejaarde man is een dieptepunt in de buurt rond de Kikkensteinflat. Officier van justitie Petra vermoedt dat de groep jongens veel meer uitspookt dan op straat rondhangen. Sommige van die dingen zijn heel ernstig, zoals de overval op de oude man. Maar een vermoeden betekent niets voor een officier van justitie: ze moet bewijs hebben! 

De camera

De recherche begint een groot onderzoek. Petra denkt lang na over hoe ze te werk moet gaan. De jongens gebruiken een huis in de flat als ontmoetingsplek. Misschien kan ze die flat in de gaten houden met een verborgen camera, zodat ze precies kan zien wat de jongens doen? Maar een camera plaatsen mag in Nederland niet zomaar. Dat heeft met privacy te maken. De camera die zou worden gebruikt om de jongens te filmen, zou ook alle andere bewoners in de gaten houden. Dat is niet de bedoeling, denkt Petra.

Na lang nadenken en overleg met haar bazen besluit Petra de camera toch neer te zetten. Ze vindt het belangrijker dat de misdrijven in de buurt worden opgelost. Bovendien wordt al het beeldmateriaal dat geen bewijs is, straks vernietigd. Zo hoopt Petra te zorgen dat de privacy van de andere buurtbewoners niet te veel wordt aangetast.

Dankzij de camera krijgen Petra en de recherche goed zicht op de groep. Het gaat om twintig jongens uit tien gezinnen. Zes jongens hebben de leiding, om hen heen hangen de meelopers. 

De overval

Het is maar goed dat Petra besloten heeft de camera te plaatsen, want de misdrijven in de buurt worden steeds ernstiger. Eerst is er het voorval dat aan het begin van dit verhaal staat, waarbij een agente bijna levensgevaarlijk gewond raakt doordat een balk naar haar wordt gegooid. De camera filmt bijna alles wat er gebeurt - behalve de daders. 

Maar er gebeurt nog meer. Een groepje jongens overvalt een woning vlakbij de flat. Ze dragen Halloweenmaskers en bivakmutsen. In het huis zitten twee vrouwen met hun jonge kinderen.

 
Voor de ogen van de kinderen worden de vrouwen met hamers op hun hoofd geslagen. Ze vluchten bloedend naar de buren als de overvallers over de schutting zijn gesprongen met een onbekende buit. 

Arrestaties

Na het incident met de balk, de woningoverval met de Halloweenmaskers en de inbraak bij de bejaarde man vinden de politie en justitie het tijd voor arrestaties. De dag dat de politie mensen arresteert in een onderzoek heet een klapdag. 

In totaal heeft de politie dan 24 misdrijven in onderzoek, die in vier maanden zijn gepleegd. Het gaat om inbraak, diefstal, het bezit van gestolen spullen, straatroof en bedreiging, maar dus ook over nog ernstiger incidenten zoals het gooien van de balk en de overval met de hamers. Petra klaagt sommige van de jongens aan voor poging tot doodslag. Dat is een heel ernstige verdenking, waarop flinke straffen staan. 

De rechter

Hoofdstuk_6_Bijlmer.jpg

Als de groep tegenover de rechter zit, blijkt het onmogelijk vast te stellen wie van de jongens de balk op de agenten gooide. Dat had de camera namelijk net niet gefilmd. Dus wie van de jongens heeft de balk gegooid? Petra heeft wel een vermoeden wie het was, want één van de jongens had de balk vast vlak voordat die werd gegooid. Maar een vermoeden betekent niets! Misschien heeft de jongen de balk vlak voor het gooien wel aan iemand anders gegeven. Er is geen bewijs. Dus worden de jongens vrijgesproken van het gooien van de balk. Maar voor de andere zaken krijgen de jongens tussen de 15 en 17 jaar straffen tot tweehonderd dagen jeugddetentie. Ook moeten ze allerlei hulp krijgen. 

Jeugdstrafrecht

Het jeugdstrafrecht moet de balans vinden tussen afstraffen en heropvoeden. Want als een kind iets heeft gedaan, moet er vooral naar zijn toekomst worden gekeken. Een jarenlange celstraf past daar meestal niet bij. Tegelijk heeft het kind ook straf verdiend. 

Voorwaardelijke straf

Daarom zijn celstraffen voor kinderen vaak voorwaardelijk. Dat betekent dat het kind niet de cel in hoeft. Maar alleen als hij zich aan allerlei heel strenge regels houdt. Doet hij dat niet, dan moet hij naar de gevangenis. Die regels betekenen vaak dat het kind een behandeling moet volgen. Hij moet leren omgaan met agressie. Of een cursus doen over hoe het geweten werkt. Anderen moeten zich laten begeleiden door Jeugdzorg of ze moeten kiezen tussen school of werk.

 
Twee jongens uit de flat krijgen als voorwaarde mee dat zij zich aan hun schoolrooster houden. Doen ze dat niet, dan gaan ze alsnog de gevangenis in. 

Alleen maar harder

Met sommige jongens gaat het daarna goed. Ze hebben een hechte familie, die wakker is geschud door wat er is gebeurd. Maar andere jongens blijven voor problemen zorgen. Sommige jongens worden alleen maar harder, lijkt het. 

Terwijl de zaak nog bij de rechter is, mishandelt een groepje jongens een jongerenwerker van het buurthuis. Ze slaan hem op straat in elkaar als de spelletjesmiddag in het buurthuis is afgelopen. Andere jongens overvallen een koerier. Daarbij gebruiken ze een stroomstootwapen, een taser. De jongens krijgen opnieuw straf. 

Dat maakt het voor de politie en voor een officier van justitie als Petra zo moeilijk. Aan de ene kant wil Petra niet dat de jongens verharden doordat ze naar de gevangenis gaan. Zij begrijpt ook wel dat de gevangenis geen fijne plek is voor een kind. Maar ze ziet ook dat de jongens gewoon doorgaan met misdrijven plegen als ze geen straf krijgen. Het is een heel moeilijk dilemma: wat moet je doen? 

 
Hoofdstuk_6_Bijlmer.jpg

Om over na te denken 

  • Zou ik twijfelen als ik met vrienden onderweg was om vanaf een flatgebouw een paal op agenten te gooien? 

  • Zo ja, zou ik ze proberen te stoppen?

  • Wat vind je ervan dat er niemand van de groep gestraft is voor het gooien van de balk omdat niet precies duidelijk is wie van de jongens uiteindelijke gooide? Vind jij dat de hele groep verantwoordelijk is? Of alleen degene die daadwerkelijk gooide?

  • Van naar de gevangenis gaan word je een hardere en betere crimineel. Moeten jeugdigen dan maar niet naar de gevangenis? Maar veranderen ze dan wel hun crimineel gedrag? Hoe zou jij dit dilemma oplossen?